Zandwinning in Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek: Open brief aan minister Schauvliege

T.a.v. minister Joke Schauvliege

Minister van Omgeving, Natuur en Landbouw

 

 

 

Meeuwen-Gruitrode, 22 augustus 2017

 

 

Geachte minister Schauvliege,

 

 

In 2014 nam de Vlaamse Regering een startbeslissing om zand te ontginnen in de Donderslagheide en Grote Heide, op de grens tussen de gemeenten Opglabbeek en Meeuwen-Gruitrode (toevallig de twee gemeenten die weldra zullen fuseren).

De geplande ontginning is iets wat ons bijzonder veel zorgen baart.

Donderslagheide is immers natuurgebied en herbergt diverse wandel- en fietspaden.  Bovendien gaan er in Donderslagheide verschillende prachtige en oeroude vennen schuil (o.a. Ruiterskuilen en Turfven). De uitgestrekte, ongerepte natuur zal de grootste troef zijn van onze nieuwe fusiegemeente Oudsbergen, die in oppervlakte de grootste gemeente van Limburg zal zijn.

Bij het nalezen van de nota aan de Vlaamse Regering omtrent de startbeslissing over ontginning van de Donderslagheide, vallen een aantal zaken op.

In 2006 kwam de Donderslagheide in het vizier van het Bijzonder OppervlakteDelfstoffenplan (BOD) “Zand in Limburg”.  Er werd een studie gedaan, waaruit meerdere negatieve adviezen voortvloeiden.  In 2010 werd de vorm van BOD’s echter afgeschaft, en besloot men “delfstoffennota’s” te gaan gebruiken.  Hierdoor viel de verdere besluitvorming stil.

Wanneer men teruggaat naar de beoordeling uit 2006, worden verschillende potentiële ontginningszones gecatalogeerd in groepen 1 tot en met 4, waarbij groep 1 betekent: zeker niet te ontginnen omwille van negatieve effecten op de speciale beschermingszones.  Groep 4 betekent dat er ontgonnen kan worden zonder al te veel weerslag op de plaatselijke of flankerende natuur.

Donderslagheide Oost fase 5 (zuidelijk deel) werd in groep 1 ondergebracht omwille van te veel negatieve effecten op de omgeving.  Donderslagheide fase 6 en 7 kwamen in groep 2 terecht.

Er was vooral bezorgdheid over de effecten op de Ruiterskuilen en het Turfven (beide gelegen in Opglabbeek).  Er blijkt zich namelijk een complex water-netwerk te bevinden in deze buurt, waardoor er veel kans is op uitdrogen van deze vennen, wanneer de benodigde kraters worden gegraven voor het ontginnen van bouwzand.  Ook de vallei van de Donderslagbeek is potentieel slachtoffer.

Vreemd is het eindadvies dat in 2006 werd gegeven: “… meer dan één negatief advies of randvoorwaarden werden geformuleerd, maar (… ) toch (…) weerhouden worden o.a. op basis van het vermoedelijk lokaal draagvlak.”

Met het “vermoedelijk lokaal draagvlak” verwijst men wellicht naar de beslissing van de gemeenteraad in 2005, om in het genoemde gebied met de procedure voor zandontginning van start te gaan. 

Deze beslissing van de gemeenteraad dateert ondertussen al van meer dan 10 jaar geleden en is volgens ons geen correcte weerspiegeling van het lokale draagvlak.  Gesprekken met inwoners doen ons vermoeden dat de inwoners te weinig geïnformeerd werden omtrent de risico’s en implicaties van graafwerken in dit kwetsbare natuurgebied.

Door het huidige bestuur wordt aangegeven dat de nabestemming van deze werken zal kaderen in een toeristisch-recreatieve opwaardering van de Duinengordel.  Ons inziens zal er allicht een recreatieve bestemming gevonden kunnen worden, echter zonder te kunnen tippen aan de authentieke en onvervangbare troeven van een waardevol eeuwenoud natuurgebied, zo typerend voor de streek en de gemeente.

Het risico kan immers blijkbaar niet uitgesloten worden dat de schade die de natuur zal oplopen door graafwerken moeilijk (of niet) te herstellen zal zijn.  Uitgedroogde Ruiterskuilen lopen niet zomaar terug vol.  Bovendien hangt er heel wat geschiedenis aan vast, die zelfs teruggaat tot de Steentijd.  Qua archeologie is de Donderslagheide behoorlijk waardevol, de Ruiterskuilen niet in het minst. De preservatie van deze archeologische sites komt door eventuele graafwerken bijgevolg eveneens in gevaar.

Bovendien ligt het aangeduide gebied volgens ons geografisch niet goed ontsloten voor dergelijke werkzaamheden en valt er behoorlijk wat verkeershinder te verwachten door toenemend vrachtverkeer.  Het gebied bevindt zich immers niet aan een waterweg, waardoor de N76, nu al verzadigd door het drukke woon-werkverkeer, dreigt dicht te slibben.

 

Er zijn volgens ons enkele dringende vragen:

- Als er een nijpend tekort is aan bouwzand voor de (lokale) bouwsector, waarom start men dan niet in minder waardevolle gebieden?

- Is er op dit moment al voldoende inzicht in de toekomstperspectieven qua behoefte aan vers opgegraven zand? Er wordt immers volop onderzoek gedaan naar en ingezet op “kringloopeconomie”, waarbij men steeds minder “primair zand” nodig heeft, en bouwmaterialen recycleert.  Kan men niet meer en sneller inzetten op deze alternatieven?

- Is er door de overheid / bouwsector voldoende afgewogen om meer zand te importeren?

- De vennen en beekvalleien in de aangeduide gebieden worden beschouwd als waardevol en ongerept natuurgebied met historische waarde.   Is het verantwoord om dit zomaar op de helling te zetten?

 

Natuurbehoud moet hand in hand gaan met economische ontwikkeling.  Het is niet altijd makkelijk hier een juist evenwicht in te vinden.

De ongereptheid van de Donderslagheide is echter een troef die de gemeente typeert en die een duurzame garantie biedt voor de aantrekkingskracht en marktwaarde van onze gemeente.  Zandwinning in dergelijk waardevol natuurgebied zorgt slechts voor kortdurende gemeentelijke inkomsten, maar heeft op de lange termijn catastrofale gevolgen.

Volgens het “Tweede Algemeen OppervlakteDelfstoffenplan” (AOD 2) worden Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek wel genoemd als mogelijk te ontginnen, maar is er nog geen definitieve omzetting naar ontginningsgebied.

N-VA Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek vragen dan ook aan de verschillende overheden om de nodige omzichtigheid aan de dag te leggen en er alles aan te doen om dit natuurgebied te beschermen tegen mogelijk onherroepelijke gevolgen van een zandontginning.

 

Met dank voor uw welwillende aandacht,

 

Hoogachtend,

 

 

Frieda Gijbels,

namens N-VA Meeuwen-Gruitrode en N-VA Opglabbeek

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is